“Zorg en Onderwijs werken nu opeens veel beter samen in mini-familieklasjes. Hoe we dat bekostigen is van later zorg”.
Ik belde een aantal “bevriende” directeuren/bestuurders van samenwerkingsverbanden om te horen hoe daar de gang van zaken wordt beïnvloed door de sluiting van scholen. Hoe bewaakt nu het samenwerkingsverband de continuïteit?
Als antwoorden kreeg ik:
We werken gewoon door, vanuit huis, via allerlei apps zoals Teams
De meeste van de kinderen die wij in beeld hebben, zitten en leren thuis
Als de thuissituatie niet ok is, dan vangen we de kinderen op school op, in “mini-familieklasjes”
Per school zie ik tussen 3-5 kinderen gemiddeld op school zelf aanwezig
In die miniklasjes werken onderwijs (didactisch) en de gezinsspecialisten van de zorg (pedagogisch) goed samen en worden ook de ouders uitgenodigd mee te kijken en te leren.
Onderwijs en zorg zitten daardoor veel dichter bij elkaar
De altijd moeizame gesprekken over wie wat (onderwijs/gemeente) bekostigt zijn niet aan de orde of komen achteraf we tot een oplossing.
Maar in sommige gemeenten lukt dat niet
De besturen zoeken elkaar veel meer op, om samen te werken
Maar soms houden besturen een samenwerkingsverband op afstand: zij regelen liever eerst prioriteit nr 1: het onderwijs voor de 95%, en pas daarna is de laatste 5% (met ondersteuningsbehoefte) aan de beurt. Daar keren besturen zich als het ware naar binnen.
In dat geval zijn scholen vaak toegankelijker dan de besturen.
Last but not least: onze medewerkers stralen weer passie uit: de liefde voor het werk is terug, de liefde voor de leerling in problemen.
Comments